Jungle Retreat Bokkapuram
Het plan om hier vier dagen te blijven is niet gelukt, het zijn er 14 geworden. De sfeer is hier ontspannen in de jungle, Ik breng mijn tijd door met lezen, trekkings in de jungle, olifanten kijken, motordagtochten, safari, kletsen, eten en drinken. Ik zie wilde honden, vechtende slangen en lig af en toe lui in het zwembad met uitzicht op de bergen. Ik ontmoet hier veel leuke mensen, krijg diverse uitnodigingen om langs te komen, onder ander van de grootste rubberproducent van India en van Susie, de eigenaresse van Blazing Trails, een motorreis organisatie in Goa. Ik besluit in ieder geval Kerala in te gaan en dus iets langer in India te blijven.
Bokkapuram - Munnar (276km)
De uitnodiging om met de groep motorrijders van Blazing Trails mee te rijden sla ik af, half zeven vertrekken is te vroeg. Ik sta wel op om ze gedag te zeggen. Nadat ik rustig wakker ben geworden, vertrek ik om kwart over negen richting Ooty. Ik klim via de 36 haarspeldbochten boven de jungle uit en kom op 2300 meter. Ik rij Ooty door en neem de doorgaande weg richting Coonoor, Mettupalaiyam en kom in Coimbatore, een stad met anderhalf miljoen inwoners. Ik rij hele stukken tussen de theeplantages. Ik daal af tot zo’n 300 meter en de temperatuur stijgt gelijk. Ik ben blij als ik de bergen weer in rij en het weer koeler wordt. Ik rij door het Indira Ghandi Wildlife Sanctuary en dit gaat over in het Chittar Wildlife Sanctuary. Na de jungle in deze parken kom ik wederom in de uitgestrekte thee plantages en bereik Munnar, een klein stadje op zo’n 1500 meter hoogte. Ik zoek een hotel en blijf hier voor de nacht.
Munnar - Kumily (Periyar Wildlife Sanctuary) (113km)
Na een simpel ontbijtje is het tijd om de motorfiets te beladen. Tijdens het laden zie in een nieuwe breuk in mijn bagagerek. De overbelading en de slechte wegen eisen hun tol. Ik rij met een jongen van het hotel naar de lasser in het dorp. Ik ontkoppel de accu en de lasser zet een vette las over de breuk. Ik sluit de accu weer aan en vijftien minuten later en 10Rs armer ga ik verder met pakken. Ik rij via kleine weggetjes tussen de theeplantages door en kom bij een doorgaande weg richting Thekkadu. De weg slingert en er zit geen recht stuk in. De rollende heuvels van de Cinnamon hills zijn bekleed met frisgroene theestruiken zover het oog reikt. Als ik over een pas een ander dal in rij heeft de thee plaats gemaakt voor specerijen. Dit soort plantages lijkt meer op een bos en ziet er natuurlijker uit dan de theeplantages. Ik lunch op een plantage met een resort en vervolg hierna naar Kumily, waar ik vroeg in de middag aankom. Ik neem een hutje bij Wild huts en eet een tweede lunch bij Coffee Inn. Kunily ligt aan de rand van het Periyar Wildlife Sanctuary dat ik de volgende dag bezoek. Ik heb kennis gemaakt met drie Israëliers, David, Avia en Hakai en ze vragen of ik zin heb mee te gaan naar het park. We wandelen naar de bootsteigers en nemen een boot die over het meer van het park vaart. We zien otters, diverse vogels, maar de boot maakt zo’n lawaai dat we verder niets zien. ‘s Middags een trekking door het park, de groep inmiddels uitgebreid met een Engelsman, Andrew, en nu hebben we meer geluk, een groep olifanten, waaronder een baby mannetje met hele kleine slagtanden. ‘s Avonds gaan we met de hele groep eten bij Chrissie’s.
Kumily - Alleppy (122km)
Er wordt op de deur van mijn hut geklopt, Avia. De groep wil mijn brander even lenen om verse koffie te maken en dat is natuurlijk altijd lekker. Na een ontbijt van “Frans” stokbrood met Cheddar en tomaat neem ik afscheid van de groep en gaan zij de bus halen naar Munnar en ik pak de motor en rij de bergen langzaam uit. De weg daalt bijna de gehele reis . De thee maakt plaats voor jungle en de dorpjes en stadjes worden steeds warmer naarmate ik verder afdaal. Aan de kust is het 31 graden en ik kom uiteindelijk in Allepy, het Venetië van India. Ik neem een simpel hotel en boek een cruise van twee dagen over de backwaters.