Ik vul de tank, de banden en m’n portemonnee voor ik Agra verlaat. Ik neem de weg naar Fatehpur Sikri. Langs deze weg staan mannen met dansende beren; wat een triest gezicht. Als ze me aan zien komen, commanderen ze de beren op hun achterpoten. Het enige antwoord dat ik kan geven is een naar benenden gestoken duim, ik denk er niet aan om te stoppen. Blijkbaar zijn er nog genoeg stomme toeristen die er wel iets mee doen en het in stand houden. Fatehpur Sikri is een ommuurde stad, met poorten die toegang geven tot de stad en de bazaars. Even voorbij de stad rij ik Rajasthan in. De weg is van mooi strak asfalt en ik kan lekker doorrijden. Rajasthan is de staat van woestijnen en steen. Ik passeer veel steenhouwerijen, waar de steenhouwers de meest prachtige dingen van maken. Ik zie tuinlampen en een soort tuinschermen. Er is er zelfs een bezig met een enorm beeld van een meter of 5 lang. Ik geniet van een lunch, een paleishotel, en kijk uit over een meer. Na de lunch vervolg ik mijn weg naar Dausa. Hier verlaat ik de doorgaande weg weer en zet koers naar Lalsot. Ik rij door eindeloze koolzaadvelden, afgewisseld met stukjes jungle, woestijn en droge rivierbeddingen. Ik bereik Sawai Madhopur, hier is het Ranthambhore National Park. Na wat zoeken neem ik mijn intrek in Tiger Safari Resort, een net hotel met een paar cottages, waarvan één voor mij. ‘s Avonds eet ik op het dakterras en kijk in de donkere vertes en heb uitzicht op de sterren. Tijd om weer te gaan slapen. Morgen een rustige dag; ‘s middags op safari in het park.