Nainital - Babrala (257km)

Na en rustige dag in Nainital, met wat wandelen, eten en koffiedrinken, is het vandaag tijd om de bergen te verlaten. Ik zie best een beetje op tegen de drukte die ik tegemoet ga. Het eerste uur na vertrek daal ik af naar Haldwani. Met een volle tank verlaat ik de hoofdweg. Ik wil vandaag zoveel mogelijk binnendoor rijden. Rudarpur, Bilaspur en uiteindelijk Rampur zijn de plaatsen die ik doorkruis. In Rampur kom ik weer op de hoofdweg richting Moradabad. Net voor deze grote stad ligt een nieuwe tolweg. Ik hoef dus niet door de stad en dat scheelt een hoop tijd. Het is een nieuwe weg, op verhoogd talud en met vangrails, dus weinig verkeer dat er niet thuishoort, het tempo kan omhoog. Ik hoef bij de tolpoortjes ook niet te betalen, ook een leuke bijkomstigheid. De weg loopt door richting Delhi en ik verlaat de weg en neem de binnendoorweg naar Sambhal. Dit is een duidelijk Islamitisch dorp, gesluierde vrouwen waar je ook kijkt. Ik rij verkeerd in de stad en dwaal door kleine steegjes. Uiteindelijk raak ik uit het dorp, rij over zandpaden en boerenerven en tussen akkers. De GPS geeft een weg aan, maar geen idee hoe deze weg op de kaart komt, hij mag eigenlijk de naam weg niet eens hebben. Het is een lang recht pad met afgebrokkeld asfalt en meer potholes en zand dan ik hebben kan. De motor doet wat hij zelf wil, gas geven helpt. Het voorwiel zoekt zijn eigen weg. Ik rij tussen rieten hutjes, met ossen en spelende kinderen. De tijd heeft hier echt stilgestaan, geen elektriciteit, geen gas en water uit de pomp. Ik rij weer verkeerd, kom in een dorpje en vraag de weg. De communicatie is moeilijk, niemand spreekt Engels en men stuurt me terug. De GPS zegt iets anders. Het hele dorp staat inmiddels om mij en de motor heen. Ik rij een stuk terug en neem de andere weg op het punt waar ik denk dat het fout ging. Deze weg, nee, dit pad, is nog slechter dan het eerdere en het tempo gaat er aardig uit. Hier wil je niet vallen of lekrijden. Na een kilometer of 10 kom ik weer op een soort van asfalt en passeer een kunstmestfabriek. Ik rij Babrala binnen en vraag naar een hotel. Dat is er niet maak ik uit de gebaren op. “Guesthouse…?” is mijn volgende vraag. Tata hoor ik zeggen. Tata is de naam van de kunstmestfabriek die ik gepasseerd ben. Ik rij terug naar de ingang van de fabriek en stop bij de poort. Ik vraag of ik in het guesthouse kan overnachten en na wat bellen mag ik het terrein op. Het is een gigantisch complex met een compleet dorp voor de werknemers. Ik krijg een geschakelde bungalow tot mijn beschikking, nummer 4. Acht uur is het diner. Het was een zware rit, maar mooi om te rijden.

Babrala - Agra (244km)

Babrala is al wakker als ik rond half negen door het dorp rij. Het is mistig, zicht ongeveer 200 meter. De kaart en de GPS zeggen rechtdoor het dorp en dan naar de brug over de Ganges. De weg houdt op en ik sta aan de oever van de Ganges. Er is een spoorbrug, maar inspectie leert al snel dat ik deze niet kan gebruiken. Terug. De kaart klopt weer niet. Terug in Babrala ga ik rechts richting Gunnaur en dan maar weer rechts. Ik vraag de weg en noem een plaats aan de overkant van de rivier. Rechts is goed. Ik rij de weg in, kom in een dorp aan de oever van de Ganges, geen brug. Terug. Ik volg nu de weg maar richting een grotere plaats, Budaun. Net voor Budaun kan ik rechts en kom dan als het goed is op de hoofdweg, net voor het water uit. Ik zie een brug in de verte. Bij de brug gekomen staat er een rij auto’s te wachten, het hek is dicht. De brug is smal en wordt gedeeld met de trein, die eerst mag. Hierna mag onze kant en ik steek nu eindelijk de Ganges over en kom in Soron en Gaskanj, een drukke stad. De meeste plaatsen die ik doorkruis, zijn agrarisch. Er zijn veel stalletjes, met groente en fruit en af en toe passer ik een veemarkt. Ik neem de verkeerde weg in Gaskanj, maar zie al snel dat deze weg ook wel een goede optie in de aanloop naar Agra is. Etah is een smerige stad, zoals veel steden op het platteland. Er ligt veel afval op straat. De moderne tijd met alle verpakkingen van dien, is te vroeg voor India, denk ik. De infrastructuur om de afvalberg te verwerken is er gewoonweg niet. In Etah is het druk. Ik pers me langzaam door de stad, de koffer wordt aangetikt door een autoriksja, krasje…. Tussen Etah en Agra is men bezig met een nieuwe autoweg, sommige stukken zijn “klaar” en open voor het verkeer. Ik rij door dorpen, die nu doorkruist worden door een brede strook asfalt, de vooruitgang is niet te stoppen. Ik nader Agra, zie de Taj Mahal, wat een enorm bouwwerk. Ook Agra is echt wel druk, ik krijg hulp van fietsriksja, zonder dat ze er geld voor vragen. Ook de politie helpt me een beetje op weg en ik vind het Tourist Rest House. Een eenvoudig hotel, met een heerlijke binnentuin, gelegen in een rustige straat.Veel backpakkers. Ik spreek een Iers stel en wissel wat informatie uit. Ze gaan met de nachtbus naar Rishikesh, vertellen ze. Leuk dat backpacken. Ik bel m’n moeder, die jarig is, om haar te feleciteren. Ik slaap wat onrustig door de herrie. De volgende morgen neem ik de motor mee naar de andere kant van de rivier en rij de rivierbedding van de Ymuni rivier in. Ik sta aan de achterkant van de Taj Mahal, de enige plek waar ik de foto van “motor-met-Taj-Mahal” kan maken. De opdracht van Rob is vervuld!! Later op de dag bezoek ik de Taj Mahal op normale wijze en laat me door een erkende gids rondleiden, erg indrukwekkend en mooi allemaal.

top