Om maar meteen met de deur in huis te vallen, mannen kunnen niet zoeken. Bij het aantrekken van mijn motorjas voelde ik toch de neiging om nog een keer naar m’n portemonnee te voelen. Ik voelde nu toch wel een bobbel tussen de voering van de jas en besloot eens even verder te kijken. De portemonnee kwam te voorschijn. Toch wel erg opgelucht en blij dat ik alleen de mastercard maar had geblokkeerd, vertrok ik de jungle in. De weg vanaf Rishikesh, aan de oostkant van de Ganges, is een echte jungleweg. Voor ik daar was moest ik door de menigte die zich over de smalle hangbrug perste om aan de overkant van de rivier te komen. De weg slingerde door een dikke jungle en diverse beekjes moesten worden overgestoken. Ik heb nu een meer gedetailleerde kaart, maar kom nog steeds dingen tegen die niet op deze kaart staan. De route loopt langs Chila, de grotere stad Najibabad, Nagina en Dhampur. Onderweg diverse malen de spoorweg kruisend, strand ik voor de overwegbomen in Dhampur. Ik stop netjes en kijk links en rechts. Ik wacht 5 minuten en zie dat motorfietsjes en brommers de overwegbomen omzeilen en oversteken. Na nog even wachten en nog steeds geen trein te zien, denk ik dat ook wel te kunnen en begin te slingeren om de bomen. Toch wel even goed kijken of er toevallig echt geen sneltrein aankomt, het geeft van die vervelende vlekken. De weg is redelijk druk met tractoren en vrachtwagens. Het is tijd voor de rietsuikeroogst en wagens worden torenhoog beladen om maar zoveel mogelijk mee te nemen. Ik bereik Jaspur en Kashipur. Corbett National Park staat hier ook in het engels aangegeven. In Ramnagar, een wat minder fris ogend stadje, neem ik de weg naar Dhangari. Ik heb gelezen dat “Tiger Camp” een goede plek is om te verblijven en richt mijn pijlen eerst daar maar op. Halverwege tussen Ramnagar en Dhangari staat er een groot geel bord “Tiger Camp” en ik zet de motor op de oprit. De ontvangst is erg hartelijk en ik neem eerst een kijkje in een cottage die op het terrein vol met mangobomen staat. Ik besluit de cottage te nemen, je mag hier trouwens ook kamperen. Er staan tenten of je mag je eigen tent neerzetten. De huur van de cottage is inclusief alle maaltijden 2000Rs, dus wel te overzien. Ik klets wat met de andere gasten, de meeste komen hier om een tijger te zien, maar vele zien er geen. ‘s Avonds is er een kampvuur en kun je lekker om het vuur zitten en kletsen met de andere gasten. De sfeer is erg ontspannen. Na een goede nachtrust op een toch wel hard bed, besluit ik de volgende morgen met Tikka, een Nepalese gids, een wandeling door de jungle net buiten het park te maken. Tikka is een goede gids, hij weet veel over de natuur en de dieren die er leven. We zien veel verschillende soorten vogels, een slang en reeën. Na deze stevige wandeling keren we terug naar “Tiger Camp” en ik besluit de middag in de hangmat door te brengen, die ik tenslotte niet voor niets mee heb genomen. Ik hang de mat tussen twee mangobomen en pak mijn boek en ontspan. Binnen vijf minuten hoor ik een hevig geritsel op het dak van mijn cottage en ik zie iets bewegen. Een grote slang is mijn eerste gedachte en ik kom overeind om goed te kunnen zien wat het is. Het blijkt een flinke hagedis van ongeveer 75 centimeter. Het dier waggelt verder over het dak en verdwijnt. Op het terrein laat Tikka me een uilenkoppeltje zien die slapen in een boom. Ze zitten gezellig naast elkaar. Tikka vraagt of ik de volgende dag met hem naar Ramnagar wil en ik vind dat wel een goed idee. De volgende morgen sta ik om zes uur op en rond half zeven vertrekken we. We lopen aar de uitgang en Tikka vraagt of we niet op de motor gaan. Nu snap ik het, maar ik wil graag langs de Kosi rivier lopen en vraag hem of hij dat ook wil. Hij stemt in en we keren om, nemen de achteruitgang naar de rivier. We lopen een stukje door de rivierbedding en Tikka zegt dat we moeten oversteken. De schoenen gaan uit, de broekspijpen omhoog, en we lopen door de rivier. Het water is niet diep, maar m’n broek is net niet hoog genoeg opgerold met als gevolg natte broekspijpen. We lopen verder langs de andere zijde en zien veel soorten vogels en zelfs een slangenarend. We horen het roepen van summerdeer en reeën. We besluiten een klein stukje terug te lopen, ze klinken dichtbij en dan kunnen we twee open stukken overzien. We wachten en kijken gespannen of we ze in een van de twee richtingen zien. Plotseling zie ik in het open stuk, waar wij net gelopen hebben een TIJGER. Het beest is groot en ik zie hem oversteken. Na ongeveer 10 seconden verdwijnt hij in de bosjes en is hij verdwenen. De beesten in de jungle kondigden hem eigenlijk al aan. We hoorden al allerlei alarmkreten, maar toch was dit erg onverwacht. Ik ben blij, en nog wel buiten het park. Ook Tikka vindt het erg leuk en zegt dat we erg lucky zijn. We lopen terug naar de plaats waar we de tijger het laatst gezien hebben en kijken nog wat rond. Ik ze tegen Tikka dat ik dit niet zo’n goed idee vind, we hebben geen enkele bescherming. Hij is dat met me eens en we lopen weer verder richting Ramnagar. We horen de reeën nog steeds en wachten nog even. We zien nu ook nog een koppel van 5 reeën die erg op hun hoede zijn. Ze lopen in onze richting en stoppen als ze iets vreemds zien. Dat zijn wij dus. Ze gaan er vandoor. We komen uiteindelijk in Ramnagar aan en nemen een Tuk-Tuk terug naar het “Tiger Camp”. Nog net op tijd voor het ontbijt.
top