‘s Morgens vroeg opgestaan, ik wil graag bij daglicht rijden en het is vroeg licht, maar nog vroeger donker. Na het ontbijt gepakt en de motor beladen. Veel belangstelling van het hotelpersoneel en gasten voor de grote motor en die vreemde man. Tegen half tien vertrek ik en heb de GPS op de motor en die gaat me hopelijk helpen de stad uit te komen richting Jhajjar. Eerst de tank maar afvullen, je weet niet hoeveel tankstations je tegenkomt. Hierna rijd ik toch wel redelijk vlot de stad uit, volg de navigatie maar een beetje en kijk af en toe eens op de kaart. Ik kom inmiddels op het platteland van India, rij door kleine straatje in nog kleinere dorpjes. Ik besluit een iets meer doorgaande weg op te zoeken, omdat dit erg lastig zoeken en rijden is. Tussen Najargarh en Bahadurgarh passeer ik een politiepost en even verder wenkt een jongen in een kleine witte auto me. Ik stop en we maken een praatje. Hij verteld me dat hij politieagent is in India. Hij heet Paramvir en zijn bijnaam is Nitu. Ik vertel hem dat ik hetzelfde werk doe en dat vindt hij erg leuk. Hij vraagt of ik bij hem wil lunchen. Bij hem is in Rohtak. Hij woont daar met zijn vrouw bij zijn ouders. Ook zijn broer woont daar. Ik besluit hem te volgen, we maken een korte stop in Bahadurgarh en ik ontmoet zijn chef. Onderweg stoppen we nog in een soort resort om iets te drinken en een stukje te lopen. Hij vraagt of ik niet bij hem en zijn familie wil logeren? Ik stem in. Hierna gaan we naar zijn huis in een buitenwijk van Rohtak. Ik ontmoet de rest van de familie, krijg thee en moet vooral gaan zitten. De moeder gaat in de keuken een lunch voor mij koken en ik eet deze alleen, terwijl de rest erbij zit. Ik voel me hierdoor wel wat bezwaard, maar iedereen vindt het heel normaal. Er worden vrienden gebeld, dat er een vreemdeling logeert en ik schud nog meer handjes. ‘s Avonds zou hij graag achterop de motor de stad in willen, maar ik vind dat geen goed idee en vraag hem of we met de auto kunnen. Dit is geen probleem. We eten in het restaurant van een vriend van zijn broer en deze man is een gezellige prater en wil veel weten, een leuk gesprek. Na het eten ben ik best moe en we gaan terug naar het huis. Ik slaap in de kamer van Nitu, hij de kamer ernaast. Zijn vrouw is bij haar ouders. Ik hang het muskietennet op, rol de slaapzak uit en stal de motor op de binnenplaats.
ROHTAK-CHANDIGARH De volgende morgen ben ik vroeg wakker. De familie is al op. De vader wil graag met mij naar een vriend van hem en dan wel achterop de motor bij mij. Het is een ritje van 500 meter, dus geen probleem. De vriend is duiker voor een internationaal bedrijf en reist de hele wereld over. Er wordt ontbijt voor me gemaakt. Ze vragen of ik toast wil en halen hiervoor speciaal brood. Er komen nog wat opgetrommelde vrienden kijken en na een uurtje rijden we terug. Ik pak de spullen op, maak nog wat foto’s en vertrek. De gastvrijheid in India is ongekend. Ik hou hier een prettig gevoel aan over. Ik kom nu op Highway 1, de belangrijkste highway in India. Je moet alleen niet verwachten dat het op een snelweg lijkt. De enige overeenkomst is dat er gescheiden rijbanen zijn en twee rijstroken en een vluchtstrook. Iedereen rijdt hier, fiets, ossenkar, bromfiets, auto, vrachtwagen en bus. Verder lopen er voetgangers, koeien, apen, honden en iedereen doet maar iets. Er wordt spookgereden, links en rechts inhalen, alles wat bij ons niet kan is hier mogelijk. Het is een kwestie van goed kijken, af en toe de snelheid eruit, veel toeteren en scherp blijven. Ongeveer elke 10 km kom je hier een tankstation tegen en ik tank nog 1 keer voor ik in Chandigarh aankom. Ik heb vooraf besloten dat ik na het raadplegen van de Lonely Planet Guide, naar hotel Kwality Regency ga. Een middenklasse hotel en ik neem een kamer. Krijg nog wat off-season korting. Het is een keurig hotel. Na een frisse douche, m’n gezicht is zwart en als ik m’n neus snuit is het ook zwart, ga ik de stad in om te gaan eten en nog even te internetten. |