Sydney - Yass
Als we na het fruitontbijt vertrekken, word ik onderweg gebeld door een dame van Emo Trans. De douane is bezig met de inspectie en de koffers zitten nog op slot. De douane wil nu weggaan en pas na het weekend terugkomen. Hier ben ik niet blij mee. Ik leg mijn probleem voor en de juffrouw van de douane wil nog wel 20 minuten wachten, zodat ik de sleutel kan brengen. Onderweg word ik weer gebeld, de douane gaat nu weg en komt om 12 uur weer terug. Dit geeft mij iets meer tijd, kan ik eerst benzine halen. We rijden naar de loods en wachten op de douane. Als ze komt en alles heeft gezien, tekent ze het carnet.Nu blijkt dat Emo-Trans quarantaine niet heeft gewaarschuwd en die moeten ook nog naar de motor kijken!! Op vrijdagmiddag lukt een afspraak maken niet meer, dus geen motor!!
We besluiten nu eerst de auto weg te gaan brengen en ik verwacht dat als ik op donderdag terugkom de motor wel vrij zal zijn. Pauline vliegt op donderdag naar huis en ik start dan met mijn rit.
We rijden Sydney uit via de freeway richting Canberra. Dit schiet lekker op. Tegen de tijd dat we willen gaan stoppen en een plekje voor de nacht gaan zoeken zijn we in Yass. Bij de informatie vraag ik naar de campingmogelijkheden. De ene is een uur doorrijden en de ander in het dorp, maar de juffrouw van de info heeft nog een optie; ze kent iemand met 100 acres land en denkt dat we daar wel mogen kamperen. Ze belt met de eigenaar, Harry, en het mag. We rijden naar het adres en dit blijkt het oudste huis van Australië te zijn. De eigenaar, Harry, staat ons al op te wachten. Harry is in 1966 vanuit Rotterdam naar Australië verhuisd en spreekt nog Nederlands. Als ik erachter kom dat ik de jerrycan nog bij me heb en ik deze toch niet mee mag nemen op de vlucht, besluit ik deze aan Harry te geven voor het kamperen. Hierop nodigt hij ons uit voor een wijntje met zijn vriendin Sandy. Het is erg gezellig, ze halen pizza en we eten tijdens het kletsen. Zo wordt het toch nog laat en met genoeg wijn slapen we heerlijk.

Yass - Griffith
Als we de volgende morgen wakker worden is Harry al vertrokken. Hij heeft nog een zakje met ansichtkaarten en pannen achtergelaten. We gaan op weg en besluiten onderweg naar Griffith te rijden. Daar woont Sigrid, een oud buurmeisje van Pauline. Paulien belt en we zijn welkom. We rijden via Wagga Wagga, Narrandera en Leeton naar Griffith. Daar ontmoeten we Roy, Sigrid en de twee kinderen. We bbq-en ‘s avonds en spelen Kolonisten van Catan.

Griffith - Ballarat
Als we de auto starten is de temperatuur buiten al aardig opgelopen. De tweede hete dag. Onderweg zien we een regenboog hangen en we kunnen de buien niet allemaal ontlopen. We rijden nu richting de kust, willen de Great Ocean Road nog rijden voor we de auto stallen. De weg vanuit Griffith is lang en recht en de Spanish Caravan van de Doors schalt uit de luidsprekers.We rijden aardig door via Jerilderie, Finley, Shepparton en Bendigo. We willen in een National Park kamperen, kunnen het niet vinden en het regent ook af en toe, dus besluiten we door te rijden naar Ballarat. Als we daar in het donker aankomen, huren we een cabin en bbq-en nog maar eens voor de verandering.

Ballarat - Otways Np
Ik ben vroeg op, vandaag willen we naar de kust en ook nog een stuk van de Great Ocean Road rijden. We verlaten Ballarat, een goudzoekersstad, en rijden richting Hamilton. Net voor Hamilton slaan we af en rijden naar het zuiden en bereiken de kust bij Port Campbell. We volgen nu de Great Ocean Road, voor mij de tweede keer, maar nu in omgekeerde volgorde. Onderweg bezoeken we de Lord Ard Gorge, waar in 1878 de Lord Ard op de klippen liep. Natuurlijk kijken we ook nog bij de ‘12 apostelen’, een verzameling pilaren die in zee staan, overblijfselen van de eroderende kuststrook. Net voor Apollo bay slaan we rechtsaf het Otway National Park in. We rijden naar Blanket Bay Campground aan het strand, en slaan ons kamp op.

Otway National Park – Rosebud
De laatste auto-etappe. De Great Ocean Road eindigt in Queenscliff. We nemen de ferry naar de andere kant van de baai, Portsea. Vanaf hier is het niet ver meer naar Rosebud.We maken de auto grondig schoon en klaar voor de stalling. De andere morgen brengen we de auto weg en nemen de bus naar Frankston en vandaar de trein naar Melbourne. Na een te kort middagje in de stad gaan we naar het vliegveld en nemen een hotel. De volgende morgen vliegen we naar Sydney, waar Pauline ‘s middags doorvliegt naar huis.
Ik heb inmiddels contact gehad met Emo-Trans en kan de motor nog niet ophalen, de quarantaine wil de motor voor de derde of vierde keer bekijken en dat is morgen, vrijdag 15 april. Ik doe wat inkopen en slaap nog maar een nachtje in de stad. Vrijdagmorgen ga ik naar Emo-Trans, zoek een Pink-slip inspectie station vlakbij en wacht af. Om 13:30 uur wordt de motor vrijgegeven. Om 14:30 uur staat hij voor de deur en zou ik kunnen beginnen met het in elkaar zetten. Ze zijn alleen de andere 7 dozen met spullen vergeten, dus gaat de bazin zelf met me mee om ze op te halen. 15:00 uur begin ik dan eindelijk met het in elkaar zetten, voorwiel erin, remklauwen erop, accu aankoppelen, spiegels erop. Het windscherm doe ik later, eerst naar Johnny Criticos, die niet zo kritisch is als zijn naam doet vermoeden en half vijf staat hij klaar en heb ik een ‘pink slip’. Nu naar de RTA voor de permit. Kwart voor vijf stap ik binnen en ik zie het gezicht van de man vertrekken als ik vertel wat ik kom doen.Hij werkt zich uit de naad en om vijf uur sta ik weer buiten. M’n taxi wilde voor niks wachten en ik neem hem nu de stad in, naar Auto Barn, voor de verzekering. Om zes uur rij ik op de motor naar het hotel. EINDELIJK!!!!

Sydney – Taree (370km)
Ik sta vroeg op, heb zin om weer te gaan rijden. Ik heb zo links en rechts toch wel wat extra spullen opgedaan en zit aardig aan de vracht. Ik doe er ruim een uur over om de stad en de voorsteden uit te rijden. Vanaf Hornsby neem ik de oude Pacific highway, de weg voor motorrijders, veel slingers en op en neer. Ik stop bij Mt. White road warriors café, een ontmoetingsplaats voor motorrijders. Ik klets wat en drink koffie met een verse muffin (moest er 20 min op wachten). Een stoere rijder valt om als hij moet stoppen voor hij de doorgaande weg op kan, niet stoer!! Ik rij door naar Gosford en pak hier de nieuwe weg. Voorbij Newcastle verlaat ik de Pacific highway en rij naar Gloucester en van daaruit weer naar de Pacific highway. Ik eindig vandaag in Taree zoek een camping, doe boodschappen een bbq, altijd lekker.

 

Taree – Uralla (225km)
Daglicht is van 6 uur ‘s morgens tot 6 uur ‘s avonds. Ik besluit dan ook om vroeg op te staan. Tegen tienen rijd ik Taree uit en pak de Pacific highway tot aan Port Macquarie en sla hier links de Oxley highway op. Dit is volgens kenners DE mooiste motorweg van Australië, mooi asfalt, mooie bochten en mooie uitzichten.

Ik stop bij de eerste pub en er staat een groep motorrijders. We kletsen wat, zij met een biertje in hun handen en ik een colaatje. De weg is inderdaad mooi, elke bocht heeft een adviessnelheid die je met twee kunt vermenigvuldigen. Volgens Aussies worden de bochten gemeten met een oude Holden met versleten schokdempers. Als de banden gaan piepen is dat de adviessnelheid.
De weg is 163 km lang tot aan Walcha en hier verlaat ik de Oxley highway en volg de Thunderboltsway naar Uralla. Ik passeer de Bergen op Zoom creek en zoek een camping in Uralla. Ik eet Chinees en ga op tijd naar bed.

Uralla – Sandy Hill Campground (210KM)
De lucht is strakblauw als ik de tent openrits. Het is een koude nacht geweest, een graad of 3, en dat slaapt geweldig. Als ik de boel inpak, na het ontbijt, en vervolgens de New England highway afrij, kom ik in Armidale. Hier raak ik 8 kilo kwijt, in de vorm van mijn rugzak en overbodige kleding, die ik naar huis stuur. De belading ziet er nu gestroomlijnder uit. Ik drink wat in Guyra, zie de schotse invloeden in de namen terug. Namen als Glencoe, Ben Lomond, Glenn Innes. Ik pauzeer in Bluff Rock en in Tentyerfield sla ik rechtsaf de Bruxner highway op. Na zo’n 30km slingeren is er een bushcamping en ik besluit hier de nacht door te brengen. Ik raak aan de praat met een ongeveer 60 jarige Ausssie, die bier in de kofferbak van zijn oude Holden Commodore brouwt en alles vroeger beter vond. Ik drink een biertje met hem en ga dan eerst de tent maar eens opzetten, het wordt snel donker. Na het eten ga ik vroeg naar bed.

Sandy Hill Campground – Byron Bay (195KM)
Ik ben niet echt een ochtendmens, maar voor zeven uur ben ik er uit. Ik pak de spullen in en als ik van het terrain de Bruxner highway weer oprij is het net negen uur geweest. Ik kom door wat kleine plaatsjes. In Casino is het tijd voor koffie. Hierna rij ik door naar Lismore, een wat groter provinciestadje. Ik stop bij een motorzaak om te vragen of ik de olie kan verversen. Ze hebben het te druk en verwijzen me naar de Honda dealer. Deze heeft ook geen tijd, maar als ik het zelf wil doen, kan dat buiten onder een afdak. Olie eruit, filter eraf, nieuw filter erop en olie er weer in. Inclusief kletsen en wat drinken twee uur. Ik rij door naar Ballina en zie vanuit de heuvels de Oceaan weer. Ik volg de kustweg naar Byron Bay, bezoek de vuurtoren en sta op het meest oostelijke stukje van het Australische vasteland. Byron Bay is de badplaats van Oz en het is druk. Er is ook nog een schoolvakantie en dat maakt de camping ook druk. Ik ga uit eten bij Hogs Breath café en mijn personal waitres is Angela, met ingebakken glimlach. De biefstukken zijn hier echt goed!

Byron Bay – Jacobs Well (180KM)
Na een zwoele nacht sta ik vroeg op en tegen half tien rij ik Byron Bay weer uit. Ik volg de weg naar Murwillumbah. Ik drink koffie bij Moo Moo café in Mooball, waar alles in het teken van de zwarte bonte koe staat. Ik vul ook gelijk de tank en volg vanaf Murwillumbah de highway 97, langs Natural Bridge. Ik kom niet veel dorpje tegen, de weg loopt grotendeels door het regenwoud. Ik rij Coomera binnen, een soort projectontwikkelaarshemel, waar de huizen als paddestoelen uit de grond rijzen. Ik rij door naar Jacobs Well aan het Southern Moreton Bay Islands NP. Ik drink een biertje, doe wat onderhoud aan de motor en eet ‘s avonds pizza.

Jacobs Well – Caloundra
Ik wil vandaag Brisbane voorbij en rij eerst naar de motorway. Als ik Brisbane een half uurtje later binnenrij, moet ik even zoeken naar de juiste weg. Ik wil een toeristische route rijden, die op mijn kaart staat. Als ik de route gevonden heb, rij ik al snel de stad uit. Ik rij verkeerd in Dayboro, moet dus weer na zo’n 6 km terug en kom weer in Dayboro. Ik besluit nu eerst maar te lunchen en rij hierna wel goed. Ik kom in Kilcoy en Beerwah en rij door naar Caloundra. Ik ga morgen terug naar Beerwah, ik wil natuurlijk Steve Irwins dierentuin bezoeken.

top